Psychosociale hulp bij ingrijpende gebeurtenissen
Dodelijke schietpartijen op straat met getuigen, zedenzaken, familiedrama’s, een brand waarbij mensen omkomen. Dit zijn ingrijpende gebeurtenissen die vaak maatschappelijke onrust veroorzaken. Mensen zijn bang, boos en vragen om informatie. De GGD biedt psychosociale hulp bij ingrijpende gebeurtenissen (PSHi).
Hulp bij maatschappelijke onrust
Je kunt 24 uur per dag en 7 dagen in de week contact opnemen voor PSHi-ondersteuning.
Wat is PSHi?
PSHi staat voor Psychosociale Hulpverlening bij ingrijpende gebeurtenissen. Het draait hierbij om gebeurtenissen waarvan de invloed verder gaat dan de directe slachtoffers. De omgeving is in brede zin geraakt. De normale inzet van politie en hulpverleners is niet meer voldoende. Er is behoefte aan regie en coördinatie zonder dat er opschaling nodig is binnen de rampenstructuur. Inzet van PSHi vindt regelmatig plaats.
- Buurtbewoners zijn woedend omdat de politie niet ingrijpt tegen een mogelijke zedendelinquent.
- Wat doet het met omwonenden als bij een brand meerdere mensen uit één gezin omkomen?
- In een kwetsbare buurt is een klein kind vermoord.
- Een kinderdagverblijf is in rep en roer, omdat een medewerker diverse peuters misbruikt zou hebben.
Scholen en instellingen schrikken soms en weten vaak niet hoe ze moeten handelen. Ondertussen doen geruchten razendsnel de ronde. Uit onvrede hoe autoriteiten de zaak oppakken roept iemand dat de pers ingeschakeld wordt. Er dreigt maatschappelijke onrust uit te breken.
Wat als PSHi inderdaad nodig is?
Dan gaat een speciaal PSHi-team onmiddellijk voor de gemeente aan de slag. Ter ondersteuning pakt dit team de coördinatie van alle betrokken organisaties op zich, zodat niemand langs elkaar heen werkt. Een juiste, snelle en eenduidige informatievoorziening en een afgestemd hulpverleningsaanbod aan bewoners zijn het uitgangspunt.
Bij een hevige brand in een woning vragen omwonenden zich af: is mijn huis veilig? Hoe heeft de brand kunnen ontstaan? Kan de woningbouwvereniging maatregelen nemen? Omstanders hebben misschien gezien hoe iemand uit het raam sprong om zichzelf in veiligheid te brengen. Ze krijgen dat beeld niet meer van hun netvlies.
Doet zo’n ingrijpende gebeurtenis zich voor, dan neemt een coördinatieteam het initiatief om maatschappelijke onrust te voorkomen of te beperken. Een coördinator vanuit de GGD Rotterdam-Rijnmond organiseert een bijeenkomst met alle leden van het team. Het team stelt een plan op. Dit gaat over coördinatie van de hulpverlening, het openen van een telefooninformatielijn en/of het organiseren van een voorlichtingsavond. Ook bepaalt het team hoe de nazorg eruit gaat zien.
De GGD Rotterdam-Rijnmond is bij PSHi verantwoordelijk voor de communicatie. Persvoorlichters van partijen binnen het coördinatieteam (overheidsvoorlichter, voorlichter politie en GGD) stemmen hun berichten af met het team, en verspreiden ze. Het coördinatieteam wijst een woordvoerder aan en bepaalt welke mededelingen deze doet. Dit leggen de leden van het team vast in het plan van aanpak.
Samenwerken
In zulke situaties is het belangrijk dat hulpverlening, politie en gemeente goed samenwerken. Zowel bij de opvang van slachtoffers als bij het voorkomen van (meer) maatschappelijke onrust. Het PSHi team coördineert de samenwerking. De burgemeester of een ambtenaar openbare veiligheid roept dit team bijeen.
Het PSHi-team bestaat uit:
- GGD (coördinatie/regie en secretariële ondersteuning)
- Maatschappelijk Werk
- Politie (indien nodig)
- Slachtofferhulp
- Gemeente (in overleg)
- Communicatieadviseur
- Andere partijen als dat nodig is